Ik zet mijn fiets in het fietsenrek voor de winkels van het plaatselijke winkelcentrumpje. Met de nadruk
op '-pje'.
Ik kan het namelijk geen winkelcentrum noemen want het is niet groter dan een supermarkt, een slager, een bakker en een fietsenwinkel. Wat verderop zit nog een postkantoor annex videotheek. Blijkbaar heeft 'men' ooit bedacht dat dit het meest noodzakelijke is waar een mens in het dagelijkse leven behoefte aan heeft.
Maar goed.Voor de bakker staan twee vrouwen van middelbare leeftijd. Ze zijn even grijs en even groot.
Ze beperken zich niet tot gangbare oppervlakkige begroetingen maar zijn met elkaar in gesprek.
Er staat ook een meisje bij. Een klein meisje. Ze heeft haar handen op haar rug en houdt zo een plastic tas vast. De tas zwiert heen en weer doordat zij haar lichaam heen en weer beweegt. Ze kijkt wat verveeld voor zich uit.
Wanneer ik weer naar buiten loop nadat ik mijn boodschappen bij de bakker heb gedaan staat het drietal er nog net zo.
Ik hoor het meisje met het hoofd in de nek verzuchten; 'Ken jij dan iedereen?'
Kennelijk heeft ze vaker zo staan wachten als ze boodschappen ging doen met, ik vermoed, haar oma.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten