woensdag 14 september 2011

Boom

Er liepen twee werkmannen in de straat. Ze droegen een fel oranje overall en één van de twee had een koptelefoon, geklemd op zijn voorhoofd.
'Hier moet het ergens zijn' mompelde de koptelefoon.
Hij had een briefje in de hand met daarop een handgeschreven notitie. Met een zoekende blik keken ze beiden in het rond.
Ik vroeg of ik kon helpen. 'Overhangende boom t/o nr. 49' stond er op het briefje.
'O, ik denk dat de takken van deze, uit de kluiten gewassen vlinderstruik bedoelt worden' zei ik.
Koptelefoon bekeek de struik eens en haalde zijn wenkbrauwen op en zijn collega zijn schouders.
'Ruk ik daarvoor met groot materieel uit’?, vroeg hij zich hardop af….

 'Zet 'm maar even opzij lieverd, zei koptelefoon tegen zijn (mannelijke) collega, 'dan kan deze mevrouw er langs'.

donderdag 8 september 2011

Puzzelen

Op mijn werk ligt een puzzel. Een  legpuzzel van maar liefst duizend stukjes. Heerlijk. Ik vind het zo ’n ontspannende bezigheid. Ook verschillende collega’s van mij zijn bevangen door  het puzzel-virus. Er zijn genoeg stukjes, dus we beleven er met z’n allen genoeg lol aan.

Terwijl ik aan het puzzelen ben vraag ik mij af of de manier waarop je puzzelt, ook iets over jou als persoon zegt…..
Ik, bijvoorbeeld, zoek eerst alle kantstukjes om de randen te kunnen maken (ik ben iemand die het fijn vind om te weten waar de grenzen liggen en ook redelijk goed mijn grenzen aan kan geven).
Vervolgens kijk ik in alle losse stukjes welke er, qua kleur, uitspringen en aan de hand van het voorbeeld, leg ik die op de plek waar die hoort. (ik ben iemand die, in gesprek, die woorden eruit pikt die mij opvallen en ga daar vragen over stellen om ze te kunnen 'plaatsen'. Ik hou ook van voorbeelden. Deze geven richting. Op een gegeven moment heb ik het voorbeeld niet meer nodig en puzzel bepaalde gebiedjes zelf uit, totdat het past ).

Een collega van mij vertelde dat zij anders puzzelt; als zij ziet dat er ergens nog een stukje mist, gaat zij op zoek naar dat ene stukje. (mist zij, door het focussen op een enkel ding, vele andere signalen?). Na een tijdje zoeken, wordt ze er helemaal gek van en stopt.
Een andere collega begint er niet aan. Zij heeft geen geduld. (Zij kent zichzelf. Wil ze haar grens niet verleggen door de uitdaging aan te gaan..?).
De cliënten wagen zich er nauwelijks aan. (zij zien door de stukjes het geheel niet).
Tijdens het puzzelen ben ik in mijn hoofd dus ook aan het puzzelen. Daar hou ik van. Om het gevoel van de kick wanneer het stukje past. (Ik ben iemand die ervan houdt wanneer dingen kloppen.)