woensdag 23 februari 2011

Bijkletsen

Eergisteren ben ik met de trein naar Amsterdam gereisd. Een vriendin van mij woont daar.
Niet zomaar een vriendin. Een hele bijzondere. En van tijd tot tijd moeten wij bijkletsen, appeltaart eten, winkelen en fluisteren als we iets moois zien. ('...he, moet je kijken...prachtig...dees is ook zo mooi....wauw...').
Altijd als wij in Amsterdam afspreken gaan we de Noordermarkt afstruinen en altijd is het dan stervenskoud.
Ik had haar dan ook al gesmst dat ze haar wollenonderbroek onder haar kleren aan moest trekken om de kou buiten te houden. Maar dat wist ze natuurlijk al.
Van de markt hebben we (zoals altijd) te weinig gezien want we hebben het druk met praten terwijl we van cafe naar cafe slenteren. Van de koffie naar de thee. Om warm te blijven.
Aan het einde van de dag ging ik weer met een vol hart en een blij gemoed naar huis.

En passant heb nog wat zinnen opgevangen en meegenomen.
Flarden van andermans gesprekken, te mooi om te laten vervliegen;
'..ze heeft helemaal geen uitstraling of zo..' en
'..she gives the money away..' (met de nadruk op gives) en
'..o, dus dat idee moeten we gewoon loslaten..'
En tussen al deze bedrijven door heb ik ook nog wat foto's geschoten.

Want de dag mag niet onopgemerkt blijven.

woensdag 16 februari 2011

Lente in de lucht

Als ik 's morgens door mijn slaapkamerraam
naar de bomen kijk,
zie ik dat de lente in de lucht zit.
YES!

dinsdag 8 februari 2011

Liggen

De wind is gaan liggen,
de storm is gestild
De lucht is weer blauw
en ik
slaak een zucht 

vrijdag 4 februari 2011

Iemand en de deurmat

Afgelopen woensdag had ik mijn telefoon bij Iemand laten liggen .
Ik kwam er achter op mijn werk. Ik had een slaapdienst en wilde, voordat ik begon, Iemand een sms sturen. Maar dat ging dus niet.
Ik belde mezelf, omdat ik wilde weten waar ik was: bij Iemand of thuis. In eerste instantie werd er niet opgenomen, maar ik belde mezelf al gauw terug. Iemand had mijn telefoon gevonden en zou 'm die avond nog wel even bij mij thuis in de brievenbus gooien. Dat vond ik hartstikke lief van Iemand.
'Ik woon op nr 48'. 'Komt goed' verzekerde Iemand mij.
De volgende dag fietste ik verwachtingsvol naar huis. Maar al wat er lag; geen mobiel. Ik dacht: 'Nou ja, het is er bij Iemand vast niet van gekomen. Ik fiets straks even bij Iemand langs en dan haal ik mijn mobiel zelf op'. En zo geschiedde.
Iemand deed open en was duidelijk verbaast mij te zien. 'Ik kom mijn mobiel even halen', zei ik lachend. Iemand lachte blij terug en zei dat die op mijn mat lag. 'Nr 45 toch?' 
De gedachte die ik eerder ter zijde geschoven had, was dus waar; Iemand had de verkeerde mat gekozen. Ik fietste snel naar huis en spoedde mij naar nr 45. Het zag er leeg uit. Echt leeg dan he; er stond een bord TE KOOP in de tuin. Ik vreesde het ergste. Er werd niet opengedaan. Het enigste dat ik kon verzinnen was om thuis dan maar een briefje te gaan schrijven met het verzoek aan nr 45 om de mobiel bij mij op nr 48 te deponeren.
Ondertussen had Lief  al een aantal (lege) sms-en van mij gekregen. Iemand anders had mij dus wel gevonden en ik besloot mezelf weer te bellen. Ik nam niet op maar Lief werd snel teruggebeld; de buurman van nr 43 had mijn mobiel. Hoera!! Ik was weer terecht!! Nadat ik mijn broodje op had ben ik mezelf gaan halen bij nr 43.
Deze buurman had een tamelijk onrustig nachtje gehad. Want wanneer vind je nu een mobiel op je deurmat? De vragen die dat oproept hielden hem en zijn vriendin behoorlijk bezig.
Mijn uitleg verklaarde alles.

Zo spreek je je buurman nog eens.